KERK

 

 

Bouwgeschiedenis
De Sint Gertrudiskerk is zowel door haar bouwkundige geschiedenis als door haar kunstbezit een belangrijk rijksmonument. De oudste delen van het gebouw stammen uit de elfde eeuw. Ondanks enkele verbouwingen in de loop der eeuwen is de plattegrond van de kerk nagenoeg onveranderd. Tijdens restauratiewerkzaamheden in 1956 is een dikke pleisterlaag op de binnenmuren verwijderd. Daardoor zijn restanten van het oudste kerkje, met name muurwerk van vuursteenknollen en dichtgemetselde rondboog- venstertjes te voorschijn gekomen. Omstreeks 1300 werd de toren gebouwd. De toren is grotendeels van mergel en heeft oorspronkelijk een weerbaar karakter gehad: de benedenruimte was namelijk tot; 1836 niet van buitenaf toegankelijk. Rond 1400 is het huidige koor gebouwd. In de zestiende eeuw vond een grootschalige verbouwing plaats. Het in vuursteenknollen opgebouwde kerkje werd toen grotendeels gesloopt en ver- vangen door het huidige mergelstenen gebouw. Daarbij werd het muurwerk aan de noord-kant van het middenschip volledig vernieuwd. Het middenschip en de zijbeuken waren vanaf dat moment gedekt door één gezamenlijk dak, dat echter lager lag dan het huidige. Dat is nu nog te zien aan de lage plaatsing van het spitsboogvenster ten noorden van de toren, het enige, oorspronkelijke gotische venster dat nog bewaard is gebleven. Door het verhogen van de muren van de zijbeuken, zo rond 1700, kwam het dak in zijn huidige positie terecht. Er zijn slechts twee kleine uitbreidingen ten opzichte van de vroegste plattegrond. In het midden van de zestiende eeuw verrees naast het koor de grafkapel ten behoeve van de adellijke bewoners van het kasteel Libeek. De huidige gotische doopkapel, eveneens zestiende eeuws, werd feitelijk gebouwd als portaalruimte. Toen in 1836 de ingang tot de kerk in de toren werd uitgebroken, werd de oude ingang dichtgemetseld en het portaal omgevormd tot doopkapel.

Lees meer kerk

Lees meer >>