NEANDERTHALER

De eerste helft van de laatste ijstijd, het Weichselien en daarvoor gedeeltelijk in de ijstijd van het Saalien en de tussen ijstijd van het Eemien  waren de perioden van de Neanderthaler (Homo sapiens neanderthalensis). In deze laatste fase van het Midden-Paleolithicum vinden we van  de Neanderthaler in Europa artefacten en skeletresten. Door het relatief grote aantal fossielen is het skelet en daarmee het uiterlijk van de Neanderthaler vrij goed bekend. De vondsten laten een mensachtige zien, die iets kleiner en aanzienlijk robuuster en veel gespierder was dan de huidige mens.

Zijn grote schedel met daarin minstens zoveel herseninhoud als de moderne mens was lang en plat met massievere wenkbrauwen en een terugwijkend voorhoofd. Zijn gezicht stak vooruit als een snuit boven een flinke kaak, die in het algemeen geen kin bezat.

Jacht speelde een belangrijke rol in de voedselvoorziening. Rond 35.000 jaar geleden voltrok zich een van de grote verrassingen voor archeologen. In een korte tijdspanne deden zich een aantal opvallende veranderingen voor op het gebied van technologie en materiƫle cultuur. Deze veranderingen lijken precies samen te vallen met de komst van de Cro Magnon mens een ander aanduiding voor Homo sapiens sapiens en het massaal verdwijnen van de Neanderthaler.