FAUNA

Een van de kenmerkende zoogdieren in het bos is de Das (Meles meles). De aanwezigheid van deze marterachtige kan de oplettende wandelaar bijna niet ontgaan. Bijna overal, en met name in de buurt van hoogstamboomgaarden, zijn wissels van dit dier te vinden. Ook liggen er diverse burchten in het bos.

Een zeer bijzondere soort is de Eikelmuis (Eliomys quercinus), de grootste Nederlandse slaapmuizensoort, die nog een kleine relictpopulatie heeft in het bos. Door biotoopverbetering wordt echter gewerkt aan een betere verspreiding van de soort. Omdat deze soort in de zomer en het najaar vooral van fruit leeft, worden er nieuwe hoogstamboomgaarden langs de bosrand aangelegd en worden oude boomgaarden hersteld.

Het Wild zwijn (Sus scrofa) doorkruist regelmatig het bos. En natuurlijk ontbreekt ook het Ree (Capreolus capreolus) niet.

Langs de bosrand, waar de weilanden in het voorjaar volstaan met Pinksterbloemen (Cardamine pratensis), vliegt in april het Oranjetipje (Anthocharis cardamines).

De Wijngaardslak (Helix pomatias) is, mede dankzij de kalkrijke ondergrond waarmee ze haar huisje kan maken, overal in het bos aanwezig.

Uit: "De Natuurgids"Olaf Op den Kamp.